Een zoogdier

Een zoogdier, zo als de egel, komt niet uit een ei. Een zoogdier wordt geboren uit de buik van de moeder. De baby egel zit ongeveer 35 dagen in de buik van de moeder. Als ze dan geboren worden zijn ze doof en blind, en ze hebben nog witte stekels die verborgen liggen in de vacht. Na 3 dagen krijgen ze bruine stekels. Ook worden de egels bij hun moeder gezoogd. Dit betekent dat de egels bij hun moeder melk mogen drinken. De naam zoogdier komt ook van zogen. Als de egels 3 tot 4 weken oud zijn mogen ze met hun moeder gaan verkennen. Als ze zes weken oud zijn moeten de egels minimaal 300 gram wegen. Dan mogen ze, als ze zes tot acht maanden oud zijn, weg bij hun moeder.

 Hier geeft een moeder haar kindjes te dinken.

Aan een paar dingen kan je een zoogdier herkennen. Bijvoorbeeld:

• Zoogdieren hebben longen om te ademen.
• Een zoogdier heeft een geraamte, dit betekent ook wel dat een zoogdier een skelet heeft.
• De zoogdieren hebben oren, ook al is dat bij sommige zoogdieren niet zo goed te zien.  
• Ze zijn meestal slimmer dan bijvoorbeeld vogels en reptielen
• Zoogdieren leven vaak op het land.
• Een zoogdier heeft vaak haar, maar bij bijvoorbeeld de egel is dat niet op het hele lijf, want egels hebben vooral stekels.

Er zijn echt heel erg veel verschillende soorten zoogdieren. Het is daarom ook nog niet zeker of alle soorten zoogdieren al ontdekt zijn.

Het aantal soorten zoogdieren is bijna altijd weer anders, maar er zijn nu ongeveer 5500 soorten.

Geschiedenis van de zoogdieren

Ongeveer 195 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste zoogdieren, deze waren ongeveer een paar centimeter lang.

De zoogdieren zijn ontstaan uit reptielen. 

Vroeger zag het schedel van de zoogdieren er ook best anders uit. Toen was het nog het schedel van de reptielen. Het schedel had eenvoudige spieren waarmee het kaakbeen van het reptiel alleen op en neer kon bewegen.

Het gebit had één type tand, deze was een beetje in de vorm van een kegel.

De onderkaak had vijf botten.

 Hoe het gebit van de egel er nu uit ziet

In het gebit van zoogdieren zijn er spieren die er voor zorgen dat de kaak op en neer en van links naar rechts kan bewegen.

De zoogdieren van nu hebben ook speciale tanden voor snijden en malen.